Kalender

Würtembergisches Kammerorchester

event_

23/11/2020 | 20:00

Case Scaglione, dirigent

Johannes Moser, cello

Richard Wagner: Siegfried Idylle, WWV 103

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski: Rococovariaties in A op. 33

Richard Strauss: Romanze in F voor cello en orkest TrV 118

Ludwig van Beethoven: Symfonie nr. 8, op 93


Muziek kan vele emoties en gemoedstoestanden oproepen: van de meest onrustige of wanhopige tot de meest rustgevende of gelukzalige. De composities van dit concert roepen alle vier de emotie op van het “gelukkig zijn”. Richard Wagner schreef als verrassing voor zijn jarige vrouw Cosima de Siegfried-Idylle waarin dankbaarheid voor eenvoudig huiselijk geluk vervat zit. De 19-jarige Richard Strauss, levend in de geborgenheid van een gezin met zeer begripvolle ouders, lijkt het gelukkig zijn van een verliefde jongeling uit te stralen wanneer hij zijn Romance voor cello en orkest componeert en Beethoven schrijft met zijn achtste symfonie de plezierigste van alle negen. Er komt zelfs geen enkele sombere melodie in voor. Tussen die drie Duitse toondichters schittert het genie van de Rus Tsjaikovski die met zijn geliefde Rococovariaties de cello in al haar glans laat soleren. Met deze muziek waarin virtuositeit en lyriek elkaar afwisselen ervaren we pure schoonheid, een mens wordt daar … gelukkig van!

 


 

Johannes Moser


Johannes Moser werd geboren in een muzikale familie in 1979. Hij begon cello te studeren op achtjarige leeftijd en werd in 1997 student van professor David Geringas. Hij won de eerste prijs op de Tsjaikovskiwedstrijd 2002, en werd tevens bekroond met de speciale prijs voor zijn interpretatie van de Rococovariaties. In 2014 kreeg hij de prestigieuze Brahmsprijs.

Deze Duits-Canadese cellist trad op met 's werelds toonaangevende orkesten, zoals de Berliner Philharmoniker, New York Philharmonic, Los Angeles Philharmonic en speelde onder dirigenten van het hoogste niveau zoals Riccardo Muti, Lorin Maazel, Mariss Jansons, Valery Gergiev.

Zijn opnames omvatten de concerto’s van Dvořák, Lalo, Elgar, Lutosławski, Dutilleux en de Rococovariaties van Tsjaikovski, waardoor hij de prestigieuze Preis der Deutschen Schallplattenkritik behaalde.